De naaf is het lichaam in het midden van het wiel waarin de as zich bevindt. Het is min of meer slechts een paar lagers in een paar cups die om de as draaien.
Het vrijloopwiel is het mechanisme dat blokkeert bij het vooruittrappen (waardoor het wiel door de ketting wordt aangedreven) en vrij ronddraait bij het uitlopen of achteruittrappen.
Beide wielen hebben een naaf, maar alleen het achterwiel heeft een vrijloopwiel.
Dit zijn twee variaties op het ontwerp van freewheels, overgenomen uit het Wikipedia-artikel dat hierboven is gekoppeld:
Bij de meeste moderne fietsen met meerdere versnellingen is het freewheel in de achternaaf ingebouwd en heet het geheel een freehub . De cassette is slechts een setje aan elkaar geschroefde versnellingen, zonder bewegende delen, die op de naaf schuift en op zijn plaats wordt gehouden met een lockring.
Bij oudere fietsen was de naaf slechts een naaf met wat schroefdraad aan één kant. Het vrije wiel werd in de achterste versnellingsgroep ingebouwd en dat geheel werd op de naaf geschroefd.
Enkele snelheids fietsen zijn nog steeds (meestal, hoewel er variaties bestaan) gebouwd als oudere fietsen, waarbij het vrije wiel en de versnelling uit één stuk bestaan en op de naaf worden geschroefd.
Als je meer wilt lezen, het Freehub-artikel waar ik op Wikipedia naar heb gelinkt heeft een sectie waarin freewheels en freehubs worden vergeleken.
De altijd behulpzame Sheldon Brown heeft ook een zeer gedetailleerd artikel (waarvan bovenstaande foto is genomen) waarin het verschil tussen freehubs en freewheels wordt geschetst.